En toen was het plots donderdagavond en waren we minder dan 36 uur verwijderd van 'het weekend'. Wekenlang was het geen kwestie van wat we zouden doen, maar wel of we er zouden geraken. De vraag: "Gaan we nu naar Londen, mama?" werd steevast een beetje ontweken. Doodgaan kunt ge niet voorspellen, maar ons vader was ons gunstig gezind.
In 36 uur kan je veel doen. Kijken hoe laat uw trein vertrekt, bijvoorbeeld. Of welke metrolijn je moet nemen om tot aan het hotel te geraken. En dan blijft er nog wel wat tijd over om toch een klein beetje te plannen.
Op dag 1 deden we aan sightseeing met het kind dat vooral de bekende momumenten wilde zien. De Big Ben, Westminster, The London Eye, Tower Bridge, Tower Hill, Covent Garden... hij had het in zijn hoofd. Afgezien van het metroritje naar het hotel deden we alles te voet. In een ruwe schatting klokten we af op 15 kilometer. Niet moeilijk als je alles dubbel doet. De Big Ben moet je zien bij klaarlichte dag én ook nog eens als het donker is. Idem voor Picadilly Circus. Ons hotel (
The Trafalgar Hilton op Trafalgar Square, een absolute aanrader) lag tussen die twee bezienswaardigheden in. Het kind dat stappen verafschuwt, stapte gezwind twee keer vijf kilometer om twee keer hetzelfde te gaan bekijken.
Veel rust was mij niet gegund. Winkelen of een terrasje doen is uitgesloten met een 9-jarige. Vooruit! Kom, mama! Yours truly shoot in de vlucht wat kiekjes. Veelal van wat zich boven haar hoofd afspeelde.
Het kind had the time of his life. Half uitgeteld begon ik aan dag 2. Nog bekomend van duizend vragen.
Waarom rijden er zoveel bussen in Londen?
Waarom hebben die bussen niet allemaal een opening achteraan?
Waarom gaan die deuren van die taxi's zo raar open?
Waarom zijn hier zoveel Chinezen/Japanners?
Waarom heeft iedereen hier een iPhone?
Waarom hangt hier nog vanalles van de Olympische Spelen?
Waarom rijden ze hier links?
Waarom zijn de musea hier gratis?
Waarom moet je dan wel zoveel betalen om de Tower te bezoeken?
Waar zijn we nu, mama?
Wanneer moeten we van de metro?
Waarom eten ze frieten bij de pasta?
Waarom staan al die mannen met een biertje op straat?
Waarom eten die kinderen chips bij hun boterhammen?
Ga je dat bordje eens lezen, mama?
En dat hier ook?
En wat staat hier?
Wat zegt die mevrouw?
Ik werd moe van mijn eigen te horen babbelen, nog meer dan van het stappen. Ook al babbelend kon ik hem niet bijhouden. Het kind zag steeds iets nieuws dat steeds weer onleesbaar bleek. Volgend jaar: taalkamp Engels. Voilà!
Wat het kind super vond?
Een reclamepaneel inkleuren in Covent Garden.
Op de iPad spelen in de Mac shop.
Proeven doen in het
Science Museum (de moeite voor kleine en grote ontdekkers!).
Dino's en andere skeletten kijken in het
Natural History Museum (lang leven de Fast Track geboekte gratis ticketten).
En met de metro rijden. Uiteraard.
Wat ik zelf fantastisch vond naast het allerzaligste hotel en dito badkamer en de kriebelsessie op zondagochtend? Dat was dit. Een kleine openluchttentoonstelling van
Tom Stoddard. Zo aangrijpend dat ik er mijn kind door uit het oog verloor. Voor een minuutje of zo. Dat ene, loodzware moment van paniek... Maar kom, all's well that ends well.
Tip: Voor de dinotentoonstelling in het Natural History Museum kan je online gratis fast track tickets boeken, waarmee je dus niet hoeft te queuen. Een aanrader!