"Ik heb twee tickets voor Tindersticks geboekt, Lief," zei ik, in al mijn enthousiasme, en vergat daarbij dat
goeiemorgen ook nog op zijn plaats was. Zo vroeg op de ochtend was het, toen ik het Twitter bericht las en zag dat ze de 20e verjaardag van hun eerste plaat hier bijna
om de hoek kwamen vieren. Een speciale set voor 250 mensen met het
nieuwe boek en een genummerde zeefdruk erbovenop. Daar moest ik zelfs geen seconde over nadenken. Zelfs niet vòòr 07.00u op een doordeweekse dag.
Het Lief liet zijn goeiemorgen ook achterwege en mompelde slaperig: "En wat als ik moet werken?" Zelfs een nuchtere opmerking op een nuchtere maag kon de pret niet drukken. Hij moest niet werken. Mijn enthousiasme over die ochtendlijke beslissing nam met de weken alleen maar toe. Niet in het minst omdat ik mezelf en bij uitbreiding mijn hele gezin een Tindersticks bad gaf. Alle platen werden van onder het stof gehaald en intens beluisterd, zelfs in die mate dat de vierjarige hele stukken meehumde.
Dat luisteren, écht luisteren... ik was vergeten hoe meeslepend dat is. Hoe allesoverheersend het gevoel is een nummer 'te voelen'. Zo intens soms, dat alles errond moet wijken. Er moest veel wijken de laatste weken.
Het was een mooie avond, die 10e mei. We zagen hen al vaak, de afgelopen 15 jaar, getuige de toegangskaartjes in cd doosjes die zelfs nog gewag maakten van Belgische franken, en de zorgvuldig opgeplooide playlist,
gestolen na een concert waar het Lief een spurtje trok om toch maar de centrale zitjes op de eerste rij te kunnen bemachtigen.
Het was anders, deze keer. Rustiger. Meer ontspannen. Er kon al eens een lach af. En er werd gepraat tussen de nummers door. Gegrapt toen er dingen verkeerd liepen. Zo anders. Maar even overweldigend.