We gingen uitwaaien, gisteren, op een plekje hemel op aarde. Het was nodig na vier dagen stof vreten door verbouwingswerken in combinatie met zieken. De kleine zieke lieten we over aan de goede zorgen van zijn moekie, yours truly wou niet plooien en hoestte zich de dag door. Geef mij het vooruitzicht op water en wolken en ik sta paraat. Hoest of geen hoest.
De wind was strak, het wolkenspel impressionant en het licht... oh my, het licht...
Geen bewerkte foto's deze keer.
Het was vloed toen we aankwamen, en dreigende wolken beloofden niet veel goeds.
De meeuwen gingen er ook al voor op de vlucht, en ook O was er niet gerust in.
Naar boven dan maar, de klippen op.
Alwaar we tuurden naar de andere kant, de grote jongen mijn hand vastpakte en rake uitspraken deed. Als in: "Mama, jij bent in het verkeerde land geboren." en "Zouden de klippen van Frankrijk en deze van Engeland ooit op elkaar hebben gepast?"
Wat we niet hadden was een geoloog om het oudste kind te onderrichten over bodemlagen.
Wel present: een vader die meeslepend kan vertellen over bomkraters.
Terug beneden bleek er een heus strand.
Inclusief regenboog.
En een dooie vis die het kind per sé in een Kinder surprise ei mee naar huis wou nemen. 'Voor in het keukentje'. We hielden ons been stijf. De vis kwam er niet in.