
Omdat het niet altijd grote dingen moeten zijn met veel toeters en bellen en waaw! en zo om je ze lang te herinneren.
Afgelopen zaterdag moést ik naar zee. Ik ben een grote fan van de zee. Vooral 's avonds of in de herfst. Als het strand leeg is. Daarom blijven we ook naar Zeebrugge terugkeren. Er is namelijk niets. Er zijn duinen, een enorm strand, maar geen drukke dijk en weinig zonnekloppers. Als ik ruimte wil, dan komen we hier heen.
We namen stokbrood mee om in de duinen te picknicken, de vlieger, wat strandgerief. Geen handdoeken, helaas. Die moet ik misschien toch maar eens standaard in de auto laten liggen. Zonsondergang op 10 september: 20u11. Vroeger krijg je mij het strand niet af, dat was de deal.
Een beetje gemor, maar. Picknicken maakte veel goed. Het vooruitzicht op spelen in de duinen ook. Als toetje kregen ze er een zwempartij bovenop. Waarna we redelijk nat terug op de duin stonden en het dus behelpen was.








Ziet! Het kind dat altijd zucht: "Naar zee? Alweer? Maar wat gaan we daar nu weer doe-hoe-hoen?"






















Als iedereen weer droog was werd er gek gesprongen (een klassieker ondertussen en het blijft geweldig) en trok ik met de jongens nog eens naar de branding om de zon te zien ondergaan.






